Bedrijfsafvalwater in Vlaanderen: wetgeving, Wezertoets en impact op oppervlaktewater

Voor bedrijven zijn algemene, sectorale en bijzondere lozingsnormen van toepassing, naast heffingen en berekeningsmethodes. Belangrijke onderwerpen zijn:

• Verwerkbaarheid van afvalwater in waterzuiveringsinstallaties
• Voortoets, staalname en zelfcontrole
• Handhaving en interpretatie van analyseresultaten
• De Wezertoets en impact op oppervlaktewater

Volgens de Kaderrichtlijn Water moeten tegen 2027 alle waterlichamen in een goede ecologische en chemische toestand verkeren. Dat betekent dat er zowel een achteruitgangsverbod geldt als een verbeterdoelstelling.

Nieuwe lozingen kunnen een risico vormen. Ze mogen geen verslechtering veroorzaken en mogen ook het behalen van de doelstellingen niet in de weg staan. Bestaande lozingen zijn al meegerekend in de huidige toestand, maar kunnen er wel toe bijdragen dat de doelstellingen niet worden gehaald.

Dat betekent in de praktijk dat er vaak verder gekeken moet worden dan enkel de Best Beschikbare Technieken (BBT). Soms zijn bijkomende maatregelen nodig, moet de lozing beperkt worden in de tijd of is een grondige impactbeoordeling verplicht bij de vergunningaanvraag. Het resultaat van de Wezertoets bepaalt uiteindelijk of een project vergunbaar is of niet.

Waterwetgeving gaat veel verder dan enkel Vlarem. Het is een complex samenspel van technische, juridische en ecologische factoren, waarin Embridge met haar expertise echt het verschil kan maken. Afvalwater zal de komende jaren alleen maar belangrijker worden voor bedrijven en minstens even ingrijpend als de stikstofproblematiek de voorbije jaren was en is. Het is daarom belangrijk om proactief te werken aan lozingen met een lagere belasting, zodat de kwaliteit van het oppervlaktewater merkbaar verbetert.